Nieuwe attesten kinderopvang - Deadline komt eraan

Geschreven op door Steven Matheï
Categorie VZW's

Belastingvermindering voor de ouders

Ouders kunnen onder bepaalde voorwaarden belastingvermindering krijgen voor bepaalde kosten die ze maken voor de opvang van kinderen.
Deze kinderopvang kan ook door verenigingen worden georganiseerd (bijvoorbeeld kampen, weekendjes en uitstappen waarvoor je apart betaalt):

  • Opgelet: lidgeld bij een vereniging komt niet in aanmerking.
  • Een opvangvoorziening moet wel een erkenning vragen bij het openbaar bestuur. Uit het antwoord op een parlementaire vraag zouden we kunnen afleiden (hoewel het een beetje onduidelijk geformuleerd werd) dat het gaat over het openbaar bestuur waar de werking plaatsvindt.
  • Opvang door commerciële initiatieven komt niet in aanmerking.

Fiscaal attest voor de ouders - Nieuw modelattest

Deze organisatoren van kinderopvang moeten een fiscaal attest uitreiken zodat ouders kunnen rekenen de belastingvermindering. Dat attest dient als bewijs van het bedrag dat je betaalde en waarvoor je een belastingvermindering kan krijgen. Dit moet uitgereikt worden vóór 1 maart van het jaar dat volgt op het jaar van de uitgaven. 

Bijvoorbeeld: Een scoutsgroep organiseert een kamp in de zomervakantie van 2022. Deze scoutsgroep moet het fiscaal attest voor 1 maart 2023 overmaken aan de ouders.

Opgelet: vanaf inkomstenjaar 2022 is het afleveren van een nieuw modelattest verplicht. Het is aan de organisatie van de opvang om vakken I en II in te vullen. 
In principe is het verplicht om op het modeldocument het rijksregisternummer van het kind en de ouder in te vullen. Voor kinderopvang die plaatsvond in 2022 is dit uitzonderlijk niet verplicht en worden ook attesten aanvaard zonder rijksregisternummers. Het is wel verplicht om de geboortedatum van het kind in te vullen. 

Informatie ook overmaken aan de FOD Financiën

Initiatieven die erkend zijn om attesten uit reiken voor kinderopvang (bv. sport- en jeugdkampen) moeten vanaf inkomstenjaar 2022 dit nieuwe modelattest niet alleen voor 1 maart bezorgen aan de ouders maar ook aan de FOD Financiën. En dit op elektronische wijze, via Belcotax-on-web

Bijvoorbeeld: Een scoutsgroep organiseert een kamp in de zomervakantie van 2022. Deze scoutsgroep moet het nieuwe modelattest voor 1 maart 2023 overmaken aan de ouders en eveneens voor 1 maart overmaken aan de FOD Financiën via Belcotax-on-web.

Opgelet: Er zal in het begin soepel opgetreden worden wanneer de organisator van de kinderopvang niet over de nodige geïnformatiseerde middelen beschikt om het modelattest elektronisch te verzenden naar de FOD Financiën.  Dat bevestigde minister Van Peteghem in een antwoord op een parlementaire vraag. Deze vrijstelling moet niet worden aangevraagd. De FOD Financiën benadrukt wel dat de vrijstelling bedoeld is om de overgang naar het nieuwe systeem te vergemakkelijken en waarschijnlijk niet permanent zal zijn.

Wat als de organisatie die de opvang verzorgt niet dezelfde instantie is aan wie de opvangkosten worden betaald?

Het opstellen van en de elektronische verzending van het nieuwe modelattest voor kinderopvang moet van de gegevens moet wettelijk gezien gebeuren door de instantie die de opvang verzorgt. Maar als de instantie die de opvang verzorgt niet dezelfde instantie is als de instantie aan wie de opvangkosten worden betaald, moet de instantie die de betaling ontvangt het attest uitreiken.

Bijvoorbeeld: Een voetbalclub organiseert een voetbalkamp en maar laat het kamp begeleiden "via onderaanneming" door een vereniging die verschillende sportactiviteiten organiseert. Maar het is de voetbalclub die de facturen opstelt en de betalingen ontvangt. Dan moet de voetbalclub ook het attest opstellen en uitreiken.

Hoelang moeten de gegevens bewaard worden?

De gegevens van de attesten moeten 10 jaar worden bewaard.

Wat als de opvang en betaling niet in hetzelfde jaar plaatsvinden?

Als de kinderopvang en de betaling van de uitgaven niet in hetzelfde jaar plaatsvinden, moet het fiscale attest worden opgesteld voor het jaar van betaling.  Maar het attest mag enkel uitgereikt worden wanneer de kinderopvang al effectief heeft plaatsgevonden.

Bijvoorbeeld: Een muziekvereniging organiseert een muziekkamp in de kerstvakantie en meer bepaald in de laatste week van 2022. De ouders moeten de factuur pas betalen in januari 2023.  De muziekvereniging moet de opvang pas vermelden op het attest van 2023 (dat voor 1 maart 2024 moet worden overgemaakt).

Bijvoorbeeld: Een muziekvereniging organiseert een muziekkamp in de kerstvakantie en meer bepaald in de eerst week van 2023. De ouders moesten de factuur wel al betalen in december 2022. De muziekvereniging moet de opvang dan vermelden op het attest van 2022 (dat voor 1 maart 2023 moet worden overgemaakt).

Bijvoorbeeld: Een muziekvereniging organiseert een muziekkamp in de paasvakantie van 2023 (na 1 maart) . De ouders moesten de factuur wel al betalen in december 2022. De muziekvereniging moet in principe de opvang dan vermelden op het attest van 2022. Maar op dat attest mag alleen kinderopvang genoteerd worden die al heeft plaatsgevonden. En dat is hier niet het geval. Ouders zullen dus later een attest ontvangen (wanneer de kinderopvang effectief heeft plaatsgevonden) en een correctie op de belastingaangifte moeten aanvragen. De muziekvereniging zal de gegevens ook pas elektronisch aan de FOD Financiën mogen bezorgen nadat de kinderopvang heeft plaatsgevonden.

Wat als de betaling van de opvang verspreid wordt over twee jaar? 

De kinderopvang wordt pas als volledig betaald beschouwd als de volledige factuur betaald is. Het attest kan dus pas worden opgesteld voor het volledige bedrag voor het jaar waarin de opvang volledig is betaald.

Bijvoorbeeld: Een chirogroep organiseert een kamp en geeft de ouders de kans om als vanaf september 2023 voorschotten te betalen. Het kamp gaat door in de zomer van 2024 en de laatste voorschotten worden ook betaald in 2024. De kinderopvang wordt pas als volledig betaald beschouwd in 2024 en het attest kan dus ook pas dan opgesteld worden (voor 1 maart 2025).

Wat als de opvang geannuleerd wordt?

Het attest mag door de vereniging pas worden opgemaakt als de opvang effectief heeft plaatsgevonden. Er mag dus geen attest worden opgesteld als er geen opvang is geweest. Maar soms werd de geannuleerde opvang al op voorhand betaald en wordt dit bedrag niet teruggegeven door de vereniging omdat het gebruikt voor de volgende opvangactiviteit die wel doorgaat. Ook dan mag de vereniging het attest pas opmaken en uitreiken nadat de opvang effectief heeft plaatsgevonden. 

Bijvoorbeeld: Een chirogroep organiseert-de een kampje in november 2022 en het kampje werd in 2022 betaald door de ouders. Het kampje moest echter last-minute verplaatst worden omdat de leiding ziek was. Het geld dat de ouders betaalden voor het kampje werd niet teruggeven maar bijgehouden voor de organisatie van een nieuw kampje in maart 2023. Het attest mag door de chirogroep pas opgemaakt worden in 2023 (voor 1 maart 2024).

Wie is de ‘schuldenaar’ die op het attest moet worden ingevuld?

Op het attest moeten de verenigingen ook de ‘schuldenaar’ vermelden. Dit is de persoon die de uitgaven van de kinderopvang betaalt. In de praktijk zal dit meestal de persoon zijn die het kind inschrijft voor de opvang. 
De verenigingen die kinderopvang organiseren moeten niet nagaan of de schuldenaar de uitgaven ook daadwerkelijk zelf heeft betaald. 

Wanneer de verenigingen die kinderopvang organiseren niet kunnen bepalen wie de ‘schuldenaar’ is, moeten ze aan de ouders vragen op wiens naam het attest moet worden opgesteld. Wanneer de ouders deze gegevens niet bezorgen, zal er geen geldig attest kunnen worden uitgereikt.

Wanneer de ouders van kinderen gescheiden zijn en gekozen hebben voor ‘fiscaal co-ouderschap’ is het mogelijk dat beide ouders voor dezelfde opvang een attest vragen omdat zij ieder een deel van de opvang hebben betaald (meestal ieder de helft) en zij beiden recht kunnen hebben op de belastingvermindering. In dat geval moeten twee afzonderlijke attesten worden opgesteld. Op elk attest zal het aantal dagen en het dagtarief (indien hoger dan het maximumbedrag) moeten worden vermeld, maar enkel de door die persoon betaalde uitgaven. Men mag er dan van uitgaan dat elke ouder de helft heeft betaamd, tenzij ze het tegendeel bewijzen. Er mogen dus niet twee attesten voor het totaalbedrag van de uitgaven worden uitgereikt. 

Als de ‘schuldenaar’ die op het attest vermeld staat is verhuisd nadat het attest werd opgesteld, moet er geen nieuw attest worden opgesteld. Het volstaat om het laatst gekende adres te vermelden op het attest.

Steven Matheï
VZW- en verenigingsexpert

Steven Matheï (°1977) is advocaat en één van dé verenigingsexperts in Vlaanderen. Hij en zijn team adviseren kleine en grote VZW’s & feitelijke verenigingen.