Amateurvoetbalclubs en futsalclubs: Nieuw financieel kader
Financiële hervorming
Voetbal Vlaanderen werkte samen met de clubs en KBVB een nieuw financieel kader uit. Deze nieuwe regels worden ingeschreven in het bondsreglement en zijn van toepassing vanaf seizoen 2023-2024 voor de amateurvoetbalclubs en de futsalclubs.
Wat houden de nieuwe regels in?
- Premies van maximum 4.500 euro per seizoen en 100 euro per punt worden vrijgesteld van RSZ.
- De clubs moeten met elke speler die recht heeft op een premie een overeenkomst afsluiten en deze registreren op een centraal platform (voorbeeld van overeenkomst vind je terug op de website van Voetbal Vlaanderen).
- De premies mogen enkel digitaal betaald worden via het rekeningnummer van de club.
- De clubs moeten jaarlijks een budgetoefening maken en deze opladen op een centraal platform (voorbeeld vind je terug op de website van Voetbal Vlaanderen). Clubs zullen dit voor het eerst moeten opladen op 30-6-2024.
- Clubs zullen jaarlijks een verklaring op eer moeten indienen waarin ze bevestigen dat ze handelen volgens alle bepalingen opgenomen in het bondsreglement (verklaring vind je terug op de website van Voetbal Vlaanderen).
RSZ
Premies van maximum 4.500 euro per seizoen en 100 euro per punt worden vrijgesteld van RSZ.
Let op: Het gaat het niet over het nettobedrag dat de speler/speelster ontvangt, want er moet ook nog bedrijfsvoorheffing betaald worden (T.e.m. 22 jaar 16,5% op eerste schijf, vanaf 23 jaar 33% op eerste schijf (aanslagjaar 2023)).
Die 4.500 euro wordt beschouwd als een gemiddelde onkostenvergoeding in het amateurvoetbal en kan daarom niet gecombineerd worden met andere onkostenvergoedingen als men wil genieten van de RSZ-vrijstelling.
Wanneer men onder de grens van €4.500 per seizoen blijft en met een kanscontract werkt, wordt de relatie tussen speler/speelster en club niet gezien als een arbeidsovereenkomst.
Indien men meer zal betalen dan €4.500 per jaar kan men wel RSZ verschuldigd zijn en bestaat het risico dat deze overeenkomst beschouwd zal worden als een arbeidsovereenkomst. Dit heeft heeft tot gevolg dat er bijkomende verplichtingen worden opgelegd (bijvoorbeeld minimumloon, arbeidsreglement, arbeidsongevallenverzekering, externe dienst preventie,…).
(!Er is nog geen duidelijk standpunt van de RSZ over wanneer men boven de 4.500 euro al dan niet wordt vrijgesteld.)
Wanneer men minimum 11.040 euro per jaar (bedrag voor juli 2022-juni 2023) betaalt, zal er sowieso sprake zijn van een arbeidsovereenkomst en valt men onder het speciale statuut van ‘betaalde sportbeoefenaar’. Hierbij zijn speciale sociale en fiscale regels van toepassing.
