13 essentiële vragen & antwoorden over het “verenigingswerk” sinds 1 januari 2022

Geschreven op door Steven Matheï
Categorie Vergoedingen in verenigingen

1. Wat is “verenigingswerk”?

Het verenigingswerk of het “bijklussen”, is een systeem waarbij socioculturele – en sportverenigingen en openbare besturen op een makkelijke manier mensen vergoeden die bepaalde diensten leveren aan de vereniging of het lokale bestuur.

Dit systeem houdt eigenlijk het midden tussen enerzijds vrijwilligerswerk (waarbij een vereniging of lokaal bestuur een kostenvergoeding kan betalen aan de vrijwilliger) en anderzijds échte (reguliere) tewerkstelling.

2. Waarom (alweer) een nieuw systeem? 

In april 2020 vernietigde het Grondwettelijk Hof de zogenaamde “bijkluswet”, een wet waarin het verenigingswerk was geregeld. Door deze vernietiging van het Grondwettelijk Hof hield het verenigingswerk, zoals we dat voorheen kenden, op 1 januari 2021 op te bestaan. Lees er hier meer over.

Het was belangrijk snel te zoeken naar een alternatief voor verenigingswerk want in ons land werden er in 2020 maar liefst 28.617 aangiftes van verenigingswerk gedaan. Het grootste deel van de aangiftes (16183) kwam van sporttrainers, -lesgevers, -coaches, jeugdsportcoördinatoren en scheidsrechters. Om te vermijden dat zij opnieuw (zoals voor 15/07/18) de volle pot RSZ-bijdragen en belastingen zouden moeten betalen, werd er gezocht naar een tijdelijk alternatief. Aan dat tijdelijk alternatief (start op 1/1/21) met gunstig fiscaal (10%) en sociaal (10%) regime kwam een einde op 31/12/21. Intussen was het wachten op een definitieve oplossing.

3. Wat met het ‘verenigingswerk’ tussen 1 januari 2022 en vandaag?

De nieuwe regeling voor ‘verenigingswerk’ (Officiële term: ‘beloningen voor verenigingsactiviteiten’) wordt met terugwerkende kracht ingevoerd. D.w.z. dat de prestaties die sinds 1 januari 2022 geleverd zijn met terugwerkende kracht kunnen worden aangegeven. 

4. Voor welke activiteiten is het nieuwe ‘verenigingswerk’ mogelijk?

VZW’s, feitelijke verenigingen en openbare besturen kunnen verenigingswerkers in dienst nemen voor bepaalde activiteiten in de sportsector, de amateurkunstensector en het sociaal-cultureel volwassenwerk (dezelfde activiteiten waarvoor nu verenigingswerkers kunnen ingeschakeld worden).

Het gaat bv over een trainer en scheidsrechter in een sportclub, dirigent van een koor, regisseur van een toneelgezelschap of choreograaf van een dansgezelschap. Klik hier voor de volledige opsomming van toegelaten activiteiten.

5. Hoeveel mag men verdienen?

Er geldt een maximum van 6.390 euro per jaar (= geïndexeerd bedrag voor aanslagjaar 2022 (= inkomstenjaar 2021) – berekend op het basisbedrag van 3.830 euro bruto per jaar).

Voor aanslagjaar 2023 (inkomstenjaar 2022) zal er een maximum van 6.540 euro gelden. In dit bedrag zitten ook de inkomsten die je kan hebben uit deeleconomie (eventuele km-vergoeding en maaltijdcheques worden meegerekend).

6. Hoeveel uren mag men aan verenigingswerk doen?

De nieuwe regeling van ‘verenigingswerk’ is gebaseerd op de 25-dagenregeling. Maar het aantal dagen werd omgezet in aantal uren. (Enkel voor verenigingswerk bij de VRT, RTBF of BRF volgt men de 25-dagenregel).

  • In de socioculturele sector kan met maximum 300 uur per jaar ‘verenigingswerk’ verrichten. Bovendien is er plafond van 100 maximum 100 uren per kwartaal (behalve in het derde kwartaal: plafond van 190 uren).
  • In de sportsector kan met maximum 450 uur per jaar ‘verenigingswerk’ verrichten. Bovendien is er plafond van maximum 150 uren per kwartaal (behalve in het derde kwartaal: plafond van 285 uren).
  • Men kan activiteiten in de sport- en socio-culturele sector combineren tot maximum 450 uur per jaar. Ook dan is er plafond van maximum 150 uren per kwartaal (behalve in het derde kwartaal: plafond van 285 uren).

7. Waar kan men het aantal gepresteerde uren raadplegen?

Er wordt momenteel een app ontwikkeld waarmee het aantal gewerkte uren en resterende uren geraadpleegd kan worden. Deze app zal vergelijkbaar zijn met ‘Student@Work’ voor jobstudenten.

8. Hoeveel belastingen moeten er door wie betaald worden?

Vanaf 1 januari 2022 geldt er een tarief van 10%, betaald door de verenigingswerker.

Het is belangrijk om het maximaal bedrag dat men mag verdienen en het maximaal aantal uren niet te overschrijden (geen gunstig fiscaal regime van 10% meer). Het hele bedrag zou dan worden gezien als beroepsinkomen en gedurende 2 jaar belast worden aan progressieve tarieven (rond de 40 à 50%).

9. Hoeveel sociale bijdragen moeten er door wie betaald worden?

Vanaf 1 januari 2022 moeten er geen sociale bijdragen of solidariteitsbijdragen betaald worden door de vereniging of organisatie. Het is belangrijk om het maximaal aantal uren niet te overschrijden.

Wanneer men de plafonds overschrijdt, zal men voor de bijkomende uren en bedragen sociale zekerheidsbijdragen moeten betalen. Dit zijn dan de gewone/reguliere tarieven.

10. Hoe moet de VZW, feitelijke vereniging of het openbaar bestuur aangifte sociale zekerheid doen?

Er moeten geen sociale zekerheidsbijdragen betaald worden, maar er moet wel een aangifte bij de Sociale Zekerheid gedaan worden (Dimona-aangifte).

Om dit te vergemakkelijken, wordt een app ontwikkeld. De prestaties die sinds 1 januari 2022 geleverd zijn, zullen met terugwerkende kracht kunnen worden aangegeven. 

11. Moet men een arbeidsovereenkomst afsluiten?

Ja. De verenigingswerkers vallen voortaan onder het arbeidsrecht en er moet dus een arbeidsovereenkomst opgemaakt worden. Werf je als vereniging voor het eerst iemand aan? Surf dan dan naar www.ikwilaanwerven.be voor meer informatie.

Hoewel de nieuwe regeling onder het arbeidsrecht valt, is er toch sprake van verkorte opzegtermijnen. (Hier kan vanaf geweken worden via een cao). Hier vind je de exacte opzegtermijnen. Ook de arbeidsongevallenwet is van toepassing. Er moet een arbeidsongevallenverzekering worden afgesloten, maar de verenigingswerkers worden niet meegeteld worden in het stelsel ‘verzwaarde risico’s’.

Tevens is de welzijnswetgeving van toepassing, met enkele uitzonderingen:

  • Het gewaarborgd loon bij afwezigheid tijdens ziekte is niet van toepassing, er zijn geen loontoeslagen voor avond-, nacht- en zondagsarbeid en ook het opleidingsrecht is niet van toepassing.
  • Hoewel het arbeidsrecht van toepassing is en er dus sprake is van een werkgever en werknemer, moet de werkgever geen sociale documenten bijhouden.

12. Met welke activiteiten kan je het ‘verenigingswerk’ combineren?

Het is toegelaten om als verenigingswerker activiteiten uit de sport- en socioculturele sector te combineren. Hier geldt een plafond van maximum 450 uur per jaar (voor alle activiteiten samen).

Je kan ‘verenigingswerk’ ook  het combineren met activiteiten als jobstudent.  Hier geldt een plafond van maximum 190 uur verenigingswerk per jaar.  Als je meer dan 190 uur per jaar presteert, worden die uren worden afgetrokken van studentenquotum (475 uur).

Als gewezen werknemer, ambtenaar of zelfstandige moet je minstens 1 jaar wachten om via ‘verenigingswerk’ aan de slag te gaan voor dezelfde organisatie (ook wanneer je via een interimkantoor bij een opdrachtgever gewerkt hebt). Dit is niet het geval als je er in het voorgaande jaar als jobstudent hebt gewerkt (dan is het niet nodig een jaar te wachten).Ook wanneer je met pensioen gaat, moet je geen jaar wachten om via ‘verenigingswerk’ aan de slag te gaan voor dezelfde organisatie. Het is niet mogelijk om als verenigingswerker aan de slag te zijn in een organisatie waar men voor dezelfde activiteiten vrijwilligerswerk uitvoert, maar wel wanneer het over volledige verschillende activiteiten gaat.

Wanneer je werkloos bent, kan je enkel een lopende overeenkomst voor ‘verenigingswerk’ voortzetten tijdens de werkloosheid. Je moet wel aangifte doen bij de RVA.  Als je als werkloze met nieuw ‘verenigingswerk’ start, zal je voor die dagen je werkloosheidsuitkeringen verliezen.

Wanneer je arbeidsongeschikt bent, kan je enkel een lopende overeenkomst voor ‘verenigingswerk’ voorzetten tijdens de arbeidsongeschiktheid. Je moet hiervoor toelating hebben van de adviserend geneesheer.

13. Wat als ‘verenigingswerk’ niet mogelijk is?

Wanneer een de activiteiten van een vereniging niet onder toegelaten activiteiten voor ‘verenigingswerk’ vallen (bijvoorbeeld vereniging niet actief in de sport-of socio-culturele sector), kunnen eventueel andere vergoedingen overwogen worden. Klik hier voor de mogelijkheden.

Steven Matheï
VZW- en verenigingsexpert

Steven Matheï (°1977) is advocaat en één van dé verenigingsexperts in Vlaanderen. Hij en zijn team adviseren kleine en grote VZW’s & feitelijke verenigingen.